Al decennia lang zijn onze steden ontworpen met de auto als koning. Brede lanen, uitgebreide ringwegen en, cruciaal, een overvloed aan parkeerplaatsen. Maar de wind is gedraaid. In steden als Antwerpen, Gent, en Brussel zien we een trend die voor sommige autobezitters voelt als een regelrechte aanval op hun mobiliteit: het progressief en soms drastisch schrappen van parkeerplaatsen op straat. Wat zit er achter deze beleidswijziging, en hoe beïnvloedt dit het leven van de Belgische autobezitter?
De Drijvende Krachten Achter het Parkeerverlies
Het schrappen van parkeerplaatsen is geen willekeurige pesterij; het is het resultaat van een complex samenspel van factoren die de manier waarop we over stadsleven denken, fundamenteel veranderen.
1. De Klimaat- en Milieudoelstellingen
De meest onontkoombare factor is de strijd tegen de klimaatverandering en de wens om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Meer auto's betekent meer uitstoot, meer fijnstof en meer geluidsoverlast. Door parkeerplaatsen te verminderen, maken steden het minder aantrekkelijk om de wagen te nemen voor korte afstanden en moedigen ze alternatieven aan. Het doel is een autoluwere, en dus schonere en gezondere, stad.
2. Ruimteherovering voor Zachte Mobiliteit
Elke vierkante meter in een dichtbevolkte stad is kostbaar. Vroeger was een parkeerplaats (gemiddeld $12,5 \text^2$ per wagen) een vanzelfsprekend recht; nu wordt die ruimte gezien als een gemiste kans.
-
Meer Fiets- en Wandelpaden: De vrijgekomen ruimte wordt vaak omgezet in bredere, veiligere fietspaden of wandelzones, wat het gebruik van de fiets en te voet gaan stimuleert.
-
Meer Groen: Parkeerplaatsen maken plaats voor bomen, parkjes of geveltuinen. Dit draagt bij aan de biodiversiteit, zorgt voor waterinsijpeling en biedt verkoeling tijdens hittegolven ("ontharding").
-
Terrassen en Pleinen: Vooral in de horecasector wordt parkeerruimte omgezet in terrassen, wat de levendigheid en gezelligheid van de openbare ruimte ten goede komt.
3. Efficiënt Gebruik van Publieke Ruimte
Steden hanteren steeds meer het principe dat publieke ruimte niet moet dienen voor de gratis, langdurige opslag van private eigendommen (de auto). Een geparkeerde auto staat gemiddeld 95% van de tijd stil. Beleidsmakers stellen dat deze ruimte beter kan worden ingezet voor dynamische, collectieve doelen.
4. De Opkomst van Deelmobiliteit
Met de toename van deelwagens (D'Ieteren, Cambio, enz.), deelsteps en deelfietsen is het traditionele bezit van een auto minder noodzakelijk. Steden reserveren vaak voormalige parkeerplaatsen voor deelauto-stations, waardoor één plek niet één maar potentieel tientallen gebruikers per dag bedient.
De Concrete Gevolgen voor de Autobezitter
Hoewel de intenties van de steden vaak nobel zijn (een betere leefkwaliteit voor iedereen), zijn de gevolgen voor de individuele autobezitter niet mis te verstaan.
1. Zoekgedrag en Parkeerdruk
Het meest directe effect is de toename van de zogenaamde "zoekverkeer". Minder plaatsen betekent dat bestuurders langer moeten rondrijden om een plek te vinden, wat paradoxaal genoeg leidt tot meer uitstoot en frustratie in de eerste fase van de transitie. De parkeerdruk in de overgebleven zones of naburige, minder gereguleerde wijken neemt toe.
2. Stijgende Kosten
Parkeren wordt duurder, zowel op straat als in private of publieke parkeergarages.
-
Hogere Tarieven: Steden gebruiken dynamische tariefzetting om de schaarste van de plaatsen te weerspiegelen. Hoe dichter bij het centrum of hoe langer de parkeerduur, hoe hoger de prijs.
-
Duurdere Bewonerskaarten: Sommige steden voeren een progressieve prijszetting in voor bewonerskaarten, waarbij de tweede en elke volgende wagen in een huishouden aanzienlijk meer betalen. Dit ontmoedigt het bezit van meerdere wagens.
-
Verplichting tot Garagehuur: Voor bewoners die geen parkeerplaats op eigen terrein hebben, kan het schrappen van straatparkeerplaatsen hen dwingen tot het huren of kopen van een garage, wat een significante extra maandelijkse kost is (vaak honderden euro's).
3. Beperking van Mobiliteit
Voor sommige groepen is de afhankelijkheid van de auto groter dan voor anderen:
-
Oudere Personen en Personen met Beperkingen: Hoewel er vaak voorzieningen blijven voor personen met een handicap, maakt het wegvallen van parkeergelegenheid in de directe nabijheid van de woning of essentiële diensten het leven voor ouderen of minder mobiele mensen moeilijker.
-
Kleine Ondernemers en Aannemers: Voor wie de wagen of bestelwagen een essentieel werkinstrument is, creëert het schrappen van parkeerplaatsen logistieke kopzorgen, vooral bij laden en lossen.
De Langetermijnvisie: Een Noodzakelijke Shift?
Is de pijn van het parkeerverlies de moeite waard? Steden zijn ervan overtuigd dat dit een noodzakelijke, zij het moeilijke, transitie is.
De Rol van Park-and-Rides (P+R)
Een cruciaal onderdeel van de strategie is het verplaatsen van het langdurig parkeren naar de rand van de stad. Grote, goedkope P+R-parkings aan de stadsring of E19 moeten pendelaars overtuigen om over te schakelen op het openbaar vervoer (tram, bus, metro) voor het laatste deel van hun reis. Het succes van deze strategie hangt direct samen met de kwaliteit, frequentie en betaalbaarheid van dit openbaar vervoer.
Kwaliteitsverbetering van de Leefomgeving
Op de lange termijn hopen steden dat deze beleidswijziging leidt tot een aangenamere leefomgeving. Minder blik op straat, meer ruimte voor spelen, ontmoeten en groen, en een daling van het geluidsniveau en de vervuiling. Dit zou op termijn de vastgoedwaarde en de aantrekkelijkheid van de stad als woon- en werkplek moeten verhogen.
Conclusie: Aanpassen of Verliezen
Het schrappen van parkeerplaatsen in Belgische steden is meer dan een trend; het is een symbool van een fundamentele herprioritering van de openbare ruimte. De auto verliest terrein ten gunste van de voetganger, de fietser en het groen.
Voor de autobezitter betekent dit onvermijdelijk een hogere kost en een grotere noodzaak om te plannen. Het beleid is een duidelijke uitnodiging: heroverweeg uw autogebruik in de stad. Wie flexibel is en kan overschakelen op zachte mobiliteit of deelmobiliteit zal de vruchten plukken van een betere leefomgeving. Wie sterk afhankelijk blijft van de wagen, zal moeten aanvaarden dat de kostprijs voor die afhankelijkheid in de stad blijft stijgen. De toekomst van de stad is autoluw, en de transitie is nu volop aan de gang.

