De deadline nadert. In 2035 valt in de hele Europese Unie het doek voor de verkoop van nieuwe personenauto’s en lichte bedrijfswagens met een klassieke verbrandingsmotor. Deze ambitieuze ‘Fit for 55’-doelstelling – die primair draait om het verminderen van de CO2-uitstoot – is een seismische verschuiving voor de automarkt en de mobiliteit in het algemeen.

Voor een dichtbevolkt land met een cruciale ligging in het Europese transportnetwerk zoals België, is dit geen verre utopie, maar een concrete, naderende realiteit. De vraag is niet óf we moeten veranderen, maar hóé snel en hóé effectief. België bevindt zich midden in deze transitie, met zowel een enthousiast gaspedaal als een aantal stevige uitdagingen.

De Startstreep: Waar staat België nu?

 

De transitie naar elektrische voertuigen (EV’s) is in België, net als in de rest van Europa, al een tijdje aan de gang, zij het met een opvallend onderscheid tussen de zakelijke en de particuliere markt.

De Rol van Bedrijfswagens als Motor

 

Historisch gezien heeft België een van de hoogste percentages bedrijfswagens in Europa. De overheid heeft dit segment al vroeg ingezet als de motor voor de transitie. Fiscale voordelen voor volledig elektrische bedrijfswagens (BEV’s) hebben geleid tot een snelle adoptie in de vloten. Bedrijven stappen massaal over, gedreven door kostenbesparing, belastingvoordelen en het anticiperen op de toekomstige regelgeving. Deze ’trickle-down’-benadering zorgt ervoor dat een groeiend aantal tweedehands EV’s de particuliere markt zal bereiken, wat de betaalbaarheid op termijn ten goede komt.

Een Vlaamse Voortrekker

 

Binnen België zijn er regionale verschillen. Vlaanderen heeft met zijn beleid al een vroegtijdig verbod op nieuwe vervuilende wagens in het vizier vanaf 2030, nog strenger dan de Europese deadline. Hoewel de federale wetgeving de Europese lijn van 2035 volgt, tonen de gewesten een eigen dynamiek.

De Pitstop: De Uitbouw van de Laadinfrastructuur

 

De grootste onzekerheid en tegelijkertijd de grootste prioriteit is de laadinfrastructuur. Een EV-revolutie zonder een robuust en alomtegenwoordig laadnetwerk is gedoemd te stranden.

De Uitdaging van de Publieke Ruimte

 

België is, in vergelijking met sommige noordelijke buurlanden, later gestart met de grootschalige uitrol van publieke laadpalen. De uitdaging ligt vooral in de steden en gemeenten met een hoge dichtheid aan appartementen en rijhuizen zonder eigen garage. Laden op straat is hier cruciaal.

De gewesten, elk met hun eigen bevoegdheden, zijn hard bezig met de inhaalrace:

  • Vlaanderen zet in op een “laadpaal op aanvraag”-systeem en heeft een ambitieus plan om een dicht netwerk van laadpunten te creëren, zowel normaal als ultrasnel.

  • Brussel heeft specifieke doelstellingen om tegen 2035 tienduizenden publieke laadpunten te installeren en focust op het faciliteren van de overstap voor bedrijven en burgers in de hoofdstad.

  • Wallonië is eveneens bezig met het versnellen van de uitrol, met een focus op de snelwegen en stedelijke gebieden.

Netcongestie en de Stroomvraag

 

De transitie is meer dan alleen maar palen in de grond steken; het is een revolutie van het elektriciteitsnet. Het gelijktijdig laden van miljoenen auto’s vereist een slim en versterkt netwerk. Netbeheerders waarschuwen al voor lokale netcongestie, waarbij het stroomnet op bepaalde momenten overbelast dreigt te raken.

De oplossing ligt in slim laden (smart charging): het aansturen van het laadproces op basis van de beschikbare capaciteit en de elektriciteitsprijzen. Overheden en netbeheerders werken aan kaders om dit type ‘gestuurd laden’ de norm te maken, wat essentieel is om de vraag te spreiden en het net stabiel te houden.

De Tegenwind: Kritiek en Alternatieven

 

De Europese beslissing is niet onomstreden. Ook in België zijn er stemmen die waarschuwen voor een te snelle of ‘enkelvoudige’ transitie.

De E-Fuels Uitzondering

 

Een belangrijke nuance in het Europese verbod is de opening voor voertuigen die uitsluitend op e-fuels (synthetische, CO2-neutrale brandstoffen) rijden. Deze opening, vooral bepleit door Duitsland, biedt een mogelijke levenslijn voor de verbrandingsmotor na 2035.

  • Het voordeel: Het kan het bestaande wagenpark en de infrastructuur (tankstations) langer relevant houden.

  • Het nadeel: E-fuels zijn momenteel extreem duur, minder energie-efficiënt dan directe elektrificatie en hun grootschalige productie is nog onzeker.

België moet beslissen hoe het deze ‘e-fuels’ in zijn eigen beleid zal integreren, zeker gezien de sterke focus van de huidige beleidslijnen op de BEV (Battery Electric Vehicle).

Economische en Sociale Impact

 

De auto-industrie en de toeleveranciers in Europa, en dus ook in België, staan voor een enorme herscholingsopgave. Het produceren en onderhouden van EV’s vereist andere vaardigheden dan traditionele verbrandingsmotoren. Het veiligstellen van de werkgelegenheid en het omscholen van werknemers is een cruciale, sociale uitdaging.

Op Weg naar de Toekomst: De Globale Aanpak

 

De Belgische voorbereiding is een gecoördineerde poging over verschillende beleidsniveaus heen:

  1. Fiscaal Beleid: De fiscale focus verschuift van het belasten van aankoop naar het belasten van gebruik (kilometerheffing wordt vaak genoemd) en het sturen van aankoopgedrag via (nog) strengere regels voor fossiele brandstoffen.

  2. Infrastructuurbeleid: Gerichte uitrol van laadpunten in publieke en semi-publieke ruimtes (zoals parkeergarages en bedrijven) en wetgeving die het makkelijker maakt voor VME’s (Verenigingen van Mede-Eigenaars) om laadpunten te installeren in appartementencomplexen.

  3. Netwerkversterking: Investeringen in het elektriciteitsnet en de ontwikkeling van slimme energiebeheersystemen (V2G of Vehicle-to-Grid) die auto’s ook kunnen gebruiken om energie terug te leveren aan het net, waardoor ze opslagbatterijen op wielen worden.

De Eindstreep is Dichtbij

 

De deadline van 2035 is een harde stop voor de verkoop van nieuwe benzine- en dieselwagens, en de transitie die het vereist is van monumentale omvang. België is goed op weg, gedreven door een ambitieus federaal en regionaal beleid en de economische impulsen vanuit de bedrijfswagenmarkt.

Maar het pad naar 100% emissievrije nieuwe mobiliteit is bezaaid met uitdagingen: de snelheid van de laadinfrastructuuruitrol, de stabiliteit van het elektriciteitsnet en de sociale kosten van de industriële transformatie. Met minder dan tien jaar te gaan, heeft België de uitdaging aangenomen: niet alleen om aan de Europese vereisten te voldoen, maar om een leider te worden in de groene mobiliteit van morgen. De komende jaren zullen bepalen of de ‘Grote Versnelling’ van België een soepele rit wordt, of een hobbelige snelweg.